Het witte potloodje in de kleurdoos

door | juni 06 2020 | 0 Reacties

Soms voel ik me het witte potloodje van de kleurdoos. Althans dat is de metafoor die op dit moment het beste weergeeft hoe ik enkele dingen in het leven soms ervaar.

Het witte potloodje maakt deel uit van de set kleurpotloden maar met wit op wit papier tekenen lukt niet zo goed. De witte tekening is niet zichtbaar, ja, misschien even een glinstering wanneer het licht goed zit maar niet voldoende om de hele tekening te kunnen bewonderen. Een blad zonder inhoud blijft achter, we zien een oppervlakte, niets meer.

Voel ik me dan slecht? Alsof ik er niet bij hoor? Ik stel je graag meteen gerust; neen, ik voel me goed maar ik mis iets.

Ik mis diepgang, ik mis verbinden van hart tot hart, ik mis oprechte betrokkenheid en interesse in de ander, ik mis supporters.

Klinkt toch heftig he! Ik verklaar me nader.

Op opleidingsdagen en workshops blijf ik vaak op mijn honger zitten. Ken je dat gevoel dat de inleiding en het overlopen wat er die dag aan bod zal komen gedaan is en je dus helemaal klaar bent om in de materie te duiken? De definitie is duidelijk, er worden wat teasers gegeven “waarop we later die dag zullen terugkomen”, een hoop tools waarmee je daags na de opleiding al aan de slag kan worden beloofd, kortom: je kwijlt bijna van de honger naar al die inzichten. Je recht je rug, schuift naar het puntje van je stoel, neemt je pen ter hande om zeker goed te noteren en hoort dan “voilà, dat was het voor vandaag.”

Hoezo dat was het? Je kijkt even terug op je nota’s en zit nog iets staan over op X, Y en Z komen we nog terug en je gaat naar huis met tools die je de dag erna reeds kan inzetten … huh?! Viel ik dan even in coma?! Je kijkt even naar de persoon naast jou. Hmmm zij vond het boeiend en verrijkend. Daar zit je dan, je afvragend wat je er verder concreet mee kan. Kan ik dit nu in de praktijk omzetten?

Leek dit niet eerder over praten over het onderwerp in plaats van verdiepen. De flyer was precies nog uitgebreider dan wat er aan bod kwam.

Teleurstelling dus.

Tweede witte potlood-gevoel: in gesprek met anderen. Hoe vaak ben je écht in gesprek? Hoe vaak wordt er gevraagd hoe het met jou gaat? Ik bedoel dan écht met jou, niet met je zus, je ouders, je partner. Niet hoe gaat het op het werk? Hoe vaak krijg je als antwoord op hoe gaat het met jou dat het met zoon of dochterlief goed gaat? Wat weet jij van je vrienden nadien? Hoe vaak wordt er doorgevraagd als het niet zo super gaat? Is er telkens iemand die het hoogste woord voert of krijgt iedereen zijn tijd om te vertellen. Ga je met het gevoel naar huis dat jouw vrienden een idee hebben waar je mee bezig bent, hoe je je voelt, waar je hartelijk om moest lachen en waar je intens verdriet over had?

Helaas merk ik meer en meer dat ik ook hier diepgang mis. Het is als het ware alsof je elkaar slechts kruiste in de gang en een “ça va?” uitwisselde terwijl je beide toch doorstapte. Je gaat immers de andere niet achterna roepen en je relaas doen. Neen, dan reageer je op automatische piloot: “ja, ja, alles goed!”

Derde witte potloodmoment is voor mij wanneer mensen zeggen dat geluk een keuze is. “Er is altijd keuze.” In zekere zin ga ik daarin mee, maar evenzeer is dat vreselijk om te horen: moet je niet in de mogelijkheid zijn om afstand te kunnen nemen, moet je niet beschikken over informatie, wat als je zo graag leeft en je krijgt te horen dat je ziek bent en niet beter zal worden, … in welke mate heb je dan eigenlijk écht keuze. Weloverwogen keuzes waarbij je opties naast elkaar kan leggen en vergelijken.

Wat als er niemand jou ondersteunde in het zoeken naar keuzes en je dus vastzit in patronen. Hoe leer je die opties dan kennen? Heb je al niet een zeker niveau qua kennis, ervaring, inzichten, etc nodig? Zou je een identiteit hebben moest je alleen zijn op de wereld? Hierover kunnen we blijven praten misschien maar ik denk dat andere wezens bijdragen tot het vormen van een beeld over onszelf. Alsook over het aanleren van vaardigheden, affectregulatie, … Als niemand jou leerde welk gevoel past bij het woord verdriet, dan zou je dat niet kennen.

Het onderwerp in zulke gesprekken verschuift dan vaak naar het thema acceptatie. Maar moet je per se accepteren dat je een keuze moet maken tussen de pest en de cholera? Ja, je kan kiezen om het leven te beëindigen maar is dat dan écht een keuze? Wat als je er eigenlijk helemaal niet klaar voor bent om afscheid te nemen van je eigen leven of dat van een ander?

Mag er ruimte zijn om kwaad te zijn. Mag er ruimte zijn om het allemaal even onrechtvaardig te vinden. Moet er dan meteen ingezet worden op acceptatie?

En dan nog: hoe doe je dat dan? En ja, ik leerde wel wat methodieken die eventueel ingezet kunnen worden maar het lijken me eerder wat pleisters op de wonde. Hoe ga je nu écht met die wonde om?


Ik denk dat ik mijn punt wel maakte; ook hier ervaar ik dat er soms wat snel overheen gegaan wordt en je precies in maximum 3 stappen alles kan fixen.

En zo ervaar ik het soms als kleuren met een wit potlood op een wit blad. Het brengt niet zo heel veel op. Je kan eeuwig met wit tekenen en krassen op het witte blad maar soms is er meer nodig. Spectaculair veel meer? Nee hoor, soms is een gekleurd blad voldoende. Soms moet je met verf overschilderen om het wit te zien. Soms moet je er met grijs wat schaduw bijzetten.

Wat je ook doet, wit maakt zeker deel uit van de kleurdoos, maar soms is dat niet voldoende.

0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *